Fatima Huis genomineerd voor Inspiratieprijs 2018 van het Prins Bernard Cultuurfonds Limburg

Stemmen kan nog! Breng je stem uit.

De familie Hendrix uit Ospel kon de leegstand en dreigende teloorgang van de Franciscus- en Fatimakerk niet langer aanzien en besloot ze in 2014 aan te kopen.   Rian Schonkeren-Hendrix: “Voor beide gebouwen gold dat het om zo’n prachtig erfgoed ging met zulke mooie kunstobjecten erin dat wij als familie besloten de handdoek op te pakken, beide gebouwen op te knappen en ze terug te geven aan de wijk door ze open te stellen voor culturele, educatieve en maatschappelijke activiteiten.”  Zo diende de Franciscuskerk drie jaar lang als het decor van de ijsbaan in Weert die met hulp van 120 vrijwilligers tijdens de eerste editie in december 2014 al meteen 20.000 bezoekers trok.

Schutterij, koor, harmonie en carnavalsvereniging hebben de afgelopen jaren ook al de weg naar de nieuwe ontmoetingsplek gevonden.  “In het Fatima Huis maken de kerkbanken onderdeel uit van het ontwerp van architect Pierre Weegels , dus die kun je er niet uithalen, terwijl je ze bij het Franciscushuis wel kunt verplaatsen waardoor je een grote vrije ruimte kunt creëren. Toch hebben we daar ook al diverse bijzondere muziekuitvoeringen gehad.” Misschien wel het mooiste compliment dat haar familie kreeg voor het opknappen van beide momenten was het dankwoordje van een kind in het gastenboek van de ijsbaan. ‘Dank je wel god dat ik hier mocht schaatsen.’ “Maar ook wijkbewoners die niet zo veel op hadden met het geloof en nog nooit in de kerk bij hen om de hoek waren geweest stonden versteld van het prachtige bewaard gebleven  glas-in-lood van Charles Eyck en Daan Wildschut en het imposante kerkorgel.”  Schonkeren looft vooral bij het Fatima Huis het samen optrekken met provincie en gemeente. “Dat heeft zijn vruchten afgeworpen. Je ziet dat beide gebouwen weer samenhang creëren onder bewoners in de wijk.  En het inspireert ook mensen. Zo wordt het Franciscus Huis ook het nieuwe Huis van Nicolaas. Prachtig toch?”

Bekijk hieronder het artikel uit dagblad de Limburger